woensdag 9 april 2014

Rokjesweer

Terassen vol, de zon die lacht.
Op deze quasi zomerdag.
Met-zonder-jas is net te koud,
Die zonnebril kan echt niet meer,
Ik trap mijn fiets over de grachten,
Waar ik achteloos flaneer.
Wat moet zit binnen, wat wil zit buiten.
Zoals verwachtingsvolle blikken,
Het nog net niet mogen fluiten,
Of aan een ijsje kunnen likken.
Wat mij dan toch weer doet besluiten,
Dat ik m'n benen maar eens scheer.
Voor van die zachte gladde kuiten,
Want het is bijna rokjesweer. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten